Twee Britten gesneuveld bij Sangin in Helmand

Het Britse ministerie van Defensie heeft bekendgemaakt dat twee van haar militairen zijn gedood in het zuiden van Afghanistan. Een andere soldaat en een tolk in dienst van de NATO-ISAF raakten gewond.

De militairen waren op patrouille in de buurt van het dorp Anjir Shali, ongeveer 15 kilometer van de stad Sangin in de provincie Helmand. De patrouille werd aangevallem met machinegeweren en raketgranaten vanuit verschillende posities.

Vliegtuigen van de coalitie voerden daarna aanvallen uit op de posities van de aanvallers.

Luitenant-kolonel Bridget Rose, ISAF-woordvoerster van het Regional Command South, waar de provincie Helmand onder valt, zei in een verklaring dat “de ISAF-eenheden en hun Afghaanse bondgenoten werken onder extreem zware omstandigheden, en dat de gedachten uitgaan naar de familie, vrienden en collega’s van zij die vandaag zijn gedood.”

Een schutter van de Britse luchtmacht en zijn Afghaanse tolk kwamen vorige week om het leven bij een explosie bij de belangrijke ISAF-basis Kandahar Airfield in het zuiden.

Twee weken geleden kwamen drie Britse soldaten om in dezelfde provincie door een “friendly fire” incident toen ze werden getroffen door een bom die was afgeworpen door een Amerikaanse bommenwerper.

Het grootste deel van de Britse troepenmacht van ongeveer 7.700 militairen is gelegerd in de zuidelijke provincie Helmand. Daar leiden de Britten het Provinciaal Reconstructie Team.

Verslaggevers en commandanten hebben gezegd dat de strijd in de provincie die de Britten voeren de zwaarste is voor het Verenigd Koninkrijk sinds de Tweede Wereldoorlog.

De provincie staat bekend als de regio waar de meeste opium wordt geproduceerd in de wereld. De NATO-ISAF en de coalitie zouden er geconfronteerd worden met Taliban-opstandelingen die samenwerken met drugshandelaren. Ongeveer de helft van de provincie is in handen van de opstandelingen.

Er zijn nu 76 Britse militairen sinds 2001 in Afghanistan om het leven gekomen terwijl ze hun operaties uitvoerden. De meeste daarvan sinds de NATO-ISAF in augustus 2006 het commando overnam over de zuidelijke provincies van het door geweld verscheurde Aziatische land.